-
1 année
année [aanee]〈v.〉1 jaar2 jaargang♦voorbeelden:année bissextile • schrikkeljaarsouhaiter la bonne année • een gelukkig nieuwjaar wensenannée civile • kalenderjaarl'année dernière, passée • vorig jaarl'année prochaine • volgend jaarannée scolaire • schooljaard' année en année • van jaar tot jaar, jaar in jaar uitêtre dans sa vingtième année • in zijn twintigste jaar zijnf -
2 souhaiter la bonne année
souhaiter la bonne annéeDictionnaire français-néerlandais > souhaiter la bonne année
-
3 souhaiter
-
4 Jahr
〈o.; Jahr(e)s, Jahre〉♦voorbeelden:ein fröhliches neues Jahr wünschen • gelukkig nieuwjaar wensenin reiferen Jahren • op rijpere leeftijdin den zwanziger Jahren, Zwanzigerjahren • in de jaren twintigjung an Jahren • jong van jaren, leeftijdauf, über Jahre hinaus • voor, over (meerdere) jaren, jaren vooruit〈 formeel〉 bei Jahren sein • op jaren, op leeftijd zijnJahr für, um Jahr • jaar na jaarein Mann in den besten Jahren • een man in zijn beste jarenein Mann in den mittleren Jahren • een man van middelbare leeftijdin die Jahre kommen • op jaren komenin Jahren nicht • in geen jarenmit 21 Jahr(en) kann man … • op zijn 21e (jaar) kan men …vor (langen) Jahren • jaren geledenauf Jahr und Tag • op de dag af, preciesseit Jahr und Tag • sinds jaar en dagvor Jahr und Tag • lang geleden
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский